Australie is natuurlijk een gigantisch land (een continent zelfs) van bijna acht miljoen vierkante kilometer. Je snapt dat wij op die ene reis die we er gemaakt hebben, maar een klein deel hebben gezien.
Onze route voerde van Brisbane langs de kust naar het noorden tot aan Townsville. Vandaar een stuk naar het westen en weer terug naar beneden. Vanuit Brisbane een klein uitstapje naar Surfers Paradise in zuidelijke richting en naar Towoomba in het westen. Al met al een kleine 4000 kilometer voor onze huurauto.
Hotels: Behalve het hotel bij aankomst in Brisbane hadden we niets geboekt. Onze route was ook niet vastgelegd, die werd bepaald door wat we tegenkwamen. Er waren dagen dat we moeite hadden een hotelkamer te vinden. Niet dat die er niet waren, maar ze waren op tijd volgeboekt. Vanwege de afstanden zijn veel (zaken)mensen lang op pad en ze kennen de route. Veel van hen boekten dus ’s ochtends bij vertrek al het hotel voor hun volgende stop. Inderdaad: dat kan als je de route kent. Gelukkig vonden we altijd nog wat. Op onze trip naar Towoomba was de zoektocht naar een kamer echt moeizaam. Oorzaak: alles was volgeboekt vanwege de jaarlijkse “Farmers Fair”. Uiteindelijk kwamen we terecht in een oud koloniaal bouwwerk. Zo’n houten ding met veranda’s en balkons van hout. Prachtige historie, maar het was oud! Behalve de verf op onze kamer, de schilder stond bij aankomst nog met zijn kwast in onze kamer! En de schaaltjes met uienschillen vormden de decoratie in de gang.
Brisbane is een grote stad met 1,5 miljoen inwoners. Het centrum is vrij compact en niet veel groter dan dat van Groningen. Bekijk de stad eens vanaf de ferry die over de prachtige rivier vaart.
Vlak bij de brug vind je gezellige terrasjes met uitzicht op de brug. Als je tijd hebt boek dan een wandeling over de tuigage. Het schijnt spectaculair te zijn. Helaas was er teveel wind tijdens ons bezoek. Voor meer info: Story Bridge Adventure Climb.
Surfers Paradise ligt 80 km onder Brisbane. Het is vooral hotelaccomodatie. Erg modern en erg groot. Ook natuurlijk de nodige pretparken en een heel breed strand. Maar ik heb er wel een HardRock glaasje gescoord. In heel Australie zijn maar twee HardRockCafe’s trouwens.
Halverwege de reis naar het noorden hebben we een paar dagen op Hamilton-Island gelogeerd. Een mooi eiland vlak buiten de kust bij Arlie Beach. Vanuit Hamilton Island is het gemakkelijk om het Great Barrier Reef te bezoeken. Met een supersnelle catamaran in een paar uur naar het reef. Daar word je afgezet op een , met alles er op en er aan. Aangrenzend was een stuk zee afgezet waar je mocht duiken en snorkelen. Ook de uitrusting was compleet aanwezig. Tot mijn grote verrassing hadden ze een vizier met glazen op sterkte. Dus met hoge verwachtingen ging ik te water. Maar wat een ellende: telkens stikte ik bijna door het binnendringende water. De aanwezige bay-watchers (haaien en letten op de zwemmers) riepen mij regelmatig naar de kant om te informeren of het wel goed met mij ging. Uiteindelijk was er eentje die een oplossing had: de pot met Vaseline. Ruim door de snorharen en er om heen en snorkelen werd relaxen. Wat een geweldige ervaring was het. De wereld waarin je dan verkeert is werkelijk van een ongekende schoonheid. Het is één van de hoogtepunten in mijn leven geworden. Zeker omdat dit tripje kon worden uitgebreid met een helicoptervlucht boven het Great Barrier Reef. Voor het eerst in zo’n ding en dan ook nog op die locatie ! Ik zeg: ben je in de buurt: DOEN !!!!!
Daarna hebben we een stuk door de zg. “Outback” gereden. Het uitgestrekte – bijna verlaten – binnenland. Kilometers zonder anderen. Denk aan de benzine dus, er staan zelfs speciale borden die je waarschuwen dat de volgende pomp wel erg ver weg is. Het was ons te stil, maar wel indrukwekkend. Waar geen gebrek aan was, waren de Road Trains. Enorme combinaties van vrachtwagens. Tankers, Vee, Bulk. Echt enorm.
Vlak voor onze reis was Steve Irwin gedood door een rog. Onze route voerde langs zijn Australian Zoo. We hebben daar toch maar een bezoekje afgelegd. De memorial wall bestond vooral uit de bekende kaki-shirts die hij altijd droeg, met daarop soms zeer ontroerende teksten. De dierentuin was vooral bevolkt met krokodillen. Maar ook de koala’s en de kangeroo’s ontbraken natuurlijk niet. Het klinkt raar, maar in het wild hebben wij bijna geen skippies gezien, hoewel erg veel dode, dat wel.